VU-symposium ‘Grensdoden en mensenrechten’:

  • December 16, 2014 22:58

Op 15 december werd bij de VU in Amsterdam ter ere van de uitreiking van de Hanneke Steenbergenprijs (prijs voor de beste scriptie binnen het vakgebied migratierecht) een symposium met de titel ‘Grensdoden en mensenrechten’ georganiseerd. Ik ben tijdens het symposium en de bespreking van de genomineerde scripties een aantal positieve dingen tegen gekomen, maar er zijn ook een aantal punten waar ik behoorlijke bedenkingen bij heb.

 

Border Death Database

In de eerste helft werd door Tamara Last en Thomas Spijkerboer het project ‘Border Death Database’ geïntroduceerd. In dit project wordt er voor de periode 1990 – eind 2013 een database opgezet, met daarin de persoonsgegeven van migranten die aan de zuidelijke buitengrenzen van de EU (Middellandse Zee) tijdens hun poging om Europa te bereiken zijn omgekomen. Behalve dat dit gegevens verstrekt over de identiteit van de gestorven migranten en hun aantallen, wil het project door het opzetten van een policy and practices tijdslijn onderzoeken of er een verband te leggen is tussen (verandering van) grensbewakingsbeleid en (verandering van) het aantal migranten dat de dood vindt.

Als er een causaal verband wordt gevonden tussen beleid en aantal doden (waar ze zich nu nog niet over willen uitspreken, zoals Spijkerboer tot vervelens toe herhaalde), dan volgen er daarna aanbevelingen voor beleidswijzigingen om het aantal doden terug te dringen.

Mijn eerste kanttekening, die ik daar ook naar voren heb gebracht, was dat er beleidsverschillen zouden worden onderzocht om zo te komen tot een advies voor ‘het minst dodelijke beleid’ (woorden van Spijkerboer, NIET de mijne), maar dat de situatie waarin er géén beleid (geen grenzen, geen grensbewaking) zou zijn, niet  onderzocht wordt, waarmee die optie vanaf het begin af aan buiten beschouwing wordt gelaten. Spijkerboer antwoordde dat er in 1990 nauwelijks sprake was van grensbewaking en ook nauwelijks sprake was van sterfgevallen onderweg en sprak vervolgens de belofte uit dat, als de cijfers van het onderzoek zouden uitwijzen dat ‘geen grensbewaking’ de minst dodelijke optie is, dit dan ook in de aanbevelingen zou worden overgenomen.

 

Tot zover vond ik het op zich allemaal redelijk klinken. Uit het onderzoek dat het team doet blijkt dat er geen beleid (en ook geen politieke wil!) is om het aantal doden te registreren en de lichamen te identificeren, afgezien van hier en daar wat lokale initiatieven. Als uit een dergelijk onderzoek dan de aanbeveling komt rollen dat dat wel moet gebeuren, prima. Verder legde Spijkerboer haarfijn bloot hoe absurd veel moeite er wordt gestoken in de identificatie van overlevende migranten, maar totáál niet in de identificatie van overleden migranten. Ook weerlegde hij de stelling van de politiek dat operatie Mare Nostrum een aanzuigende werking heeft gehad, wat ze steeds maar weer beweren.

 

Maar bij nadere beschouwing zie ik ook tegenvallers:

  • Spijkerboer sprak met name van een ‘morele verplichting’ tot onderzoek, registratie en identificatie en zei er ook al bij het het lastig gaat worden om daar een juridische verplichting van te maken. Tja. Hou dan maar op, want ik geloof niet dat een overheid zich iets zal aantrekken van een morele verplichting. Staatssecretaris Teeven haakte daar in zijn reactie onmiddellijk op in, door te stellen dat er ‘vanzelfsprekend een morele verplichting was’, maar door tegelijkertijd alvast op te merken dat er absoluut geen sprake kon zijn van een juridische verplichting. En als Teeven en de zijnen zich al niets aantrekken van rechterlijke uitspraken (zoals bijvoorbeeld die over bad, bed en brood), waarom zouden we dan de illusie in stand houden dat hij wel een morele verplichting ter harte gaat nemen?
  • De Border Death Database registreert alleen de doden waarvan de lichamen op EU grondgebied zijn aangespoeld. Niet al het EU-grondgebied, maar ongeveer een derde van de Middellandse Zee zuidgrens van Europa. Dat betekent dat de cijfers die uiteindelijk in de Border Death Database naar voren zullen komen, substantieel lager zullen zijn dan het feitelijke aantal migranten dat overlijdt tijdens een poging om Europa te bereiken. Deels omdat er maar zo’n klein gedeelte van de buitengrens wordt onderzocht, deels omdat migranten die niet door verdrinking de dood vinden of wiens lichaam verdwijnt niet meegeteld worden en tenslotte omdat als bronnen voor de database alleen de officiële registraties gebruikt worden en niet-officiële bronnen (meldingen van familie bijvoorbeeld) buiten beschouwing worden gelaten. Mijn bezwaar hiertegen is dat het niet alleen maar inaccuraat is, maar ook dat de lagere cijfers van de Border Death Database in de toekomst door de politiek ingezet kunnen worden om de indruk te wekken dat het allemaal wel meevalt of om andere organisaties die met hogere cijfers komen (zoals de United of Fortress Europe, wiens databases wél op bredere bronnen en onderzoeksgebieden zijn gebaseerd) in diskrediet te brengen. Bovendien kan je je afvragen hoe zinvol een derde database is, als er al twee databases bestaan – die van United en van Fortress Europe.
  • Ondanks de toezegging van Spijkerboer om de optie van ‘geen grensbewaking’ wel degelijk mee te nemen als ‘beleidsvariant’, krijg ik toch een onuitwisbare vieze nasmaak van de formulering van ‘het kiezen voor het minst dodelijke beleid’. Dat houdt onherroepelijk in dat beleid waardoor doden vallen – al zijn dat er dan minder – kennelijk toch als acceptabel wordt beschouwd. En daar verzet ik me vierkant tegen. Ik moet zeggen dat het lid van het onderzoeksteam dat ik in de pauze sprak wél veel meer neigde naar de no borders richting. Gelukkig.

 

Spijkerboer formuleerde voor het debat drie vragen naar Teeven toe:

  1. Is er sprake van een onderzoeksplicht? (Onderzoek naar de omstandigheden en oorzaken van iemands overlijden)
  2. Is er sprake van een identificatieplicht? (Nu worden bezittingen die aanwijzingen kunnen geven over iemands identiteit, zoals mobieltjes, foto’s papieren en dergelijke stomweg weggegooid)
  3. Is er een verplichting om te kiezen voor ‘het minst dodelijke’ beleid?

Teeven had niet de moeite genomen om aanwezig te zijn tijdens de eerste helft van het symposium waarin dus ook deze drie vragen werden gepresenteerd en kwam pas vlak voor het begin van zijn eigen spreektijd binnen zetten (hoe arrogant en ongemanierd is dat eigenlijk?!). Dat wraakte zich dan ook, want in zijn reactie begon hij natuurlijk onmiddellijk over de zogenaamd aanzuigende werking van Mare Nostrum en drong er op aan dat overheden van de zuidelijke EU-lidstaten inderdaad meer moeite zouden moeten doen voor identificatie. Van de overlevenden. Beetje dom van hem, want het enige dat hij daarmee bereikte was dat hij bij het publiek bevestigde dat propaganda vanuit overheidswege misleidend is en dat hij de identificatie van de overleden migranten als niet relevant ziet.

 

Freakin’ Fred’s talk

Ik heb helemaal geen trek om diep in te gaan op Teeven’s reactie. Alle lulkoek staat gepubliceerd bij rijksoverheid.nl, de Telegraaf heeft er ook weer een zwamverhaaltje van gemaakt en bovendien, wie met enige regelmaat interviews van Teeven leest, weet EXACT met welke holle frases en tot in het absurde toe scheef getrokken voorstellingen van zaken hij aankomt. Forse toename, tekort aan plekken, Nederland is zo gul met de verblijfsvergunningen, opvang in de eigen regio is veiliger en meer van dat soort uit de vadsige duim gezogen onzin.

Deze uitspraak van Teeven wil ik nog wel even quoten: “Als mensen er ZELF voor kiezen om met z’n veertigen in een wrak bootje te gaan zitten, tja, dan ben ik niet verantwoordelijk voor de risico’s die ze lopen.” Hatsekidee. Lijkt verrotte veel op de ‘beroepsrisico’ uitspraak waar Teeven al eerder mee kwam. Ongelooflijk hoe iemand kan volharden in een totaal wereldvreemde attitude en waandenkbeelden. Ik zou daar weleens een DSM-IV classificatie op los willen laten.

 

Scripties

De door de genomineerden gepresenteerde scripties waren zonder uitzondering bijzonder interessant en de moeite waard om verder uit te pluizen. Er was een scriptie over kinderen in Nederlandse grensdetentie, de opvangomstandigheden in Griekenland nadat Griekenland door het Europese Hof te horen had gekregen dat er daar sprake is van schendingen van de mensenrechten en een ernstig tekort schieten van de Griekse overheid, een onderzoek naar het beleid omtrent gezinshereniging, een scriptie over toelatingsprocedures voor vermogende migranten (dat liet zien hoe krankzinnig anders de overheid denkt over het verstrekken van verblijfsvergunningen als het gaat om migranten mét geld) en tenslotte nog een scriptie – maar bij de bespreking van de laatste heb ik niet zo goed zitten opletten, want toen was ik het portret van de persoonsbeveiliger van Teeven aan het tekenen (zie eerdere post).

Kortom: achteraf gezien was het zinvoller geweest om de studenten de hele middag ter beschikking te stellen, in plaats van een lullige vijf minuten ieder. Dat had de kwaliteit van het symposium aanmerkelijk omhoog gekrikt.

 

‘Symposium’

Ik vond het geheel te mager om er de titel ‘symposium’ aan te geven. Bij een symposium verwacht ik, als deel van het publiek, de mogelijkheid om op een grondige manier kennis op te doen. Maar dit beperkte zich eigenlijk tot de in totaal 25 minuten die voor de presentaties van de scripties waren ingeruimd. De andere programmaonderdelen waren matigjes: ik heb inhoudelijke bedenkingen bij de Border Death Database en het valt echt op dat met name Spijkerboer zich zo vreselijk op de vlakte wil houden wat betreft mogelijke conclusies over de toch evidente relatie tussen grensbewaking en grensdoden en kennelijk als de dood is dat hij wordt afgerekend op stellingname. Het debat mocht echt geen debat heten – één keer weerwoord geven heet in mijn vocabulaire ‘tegensputteren’ en niet ‘debatteren’.

 

Prijsuitreiking

De Stichting Hanneke Steenbergen – die dus jaarlijks een prijs uitreikt voor de beste scriptie op het gebied van migratierecht – doet mijns inziens uitstekend werk. Het zou geen stom idee zijn als activistenbeweging om ieder jaar de genomineerde scripties op te vragen, want dit zouden weleens waardevolle bronnen van feiten over de misstanden binnen het asielbeleid kunnen zijn – prima in te zetten als (aanvulling op) beargumenteerde onderbouwing voor acties en campagnes.

Wel is het van den zotte dat ze de prijs dan laten uitreiken door de staatssecretaris – degene die juist mede-verantwoordelijk is voor de ellende die de studenten tijdens hun onderzoeken zijn tegengekomen. Een van de leden van de stichting vond het ‘schandalig’ dat ik de winnende student aanmaande om de welverdiende prijs wel aan te nemen, maar NIET uit handen van Teeven, omdat ik volgens haar ‘zo het feestelijke moment van de studenten verpestte, waar het per slot van rekening om ging’. (Aarrggh, dit klinkt als een copy-paste reactie van een gemiddelde pro-zwartepieter) Bovendien, zei ze, er waren al genoeg gelegenheden om politiek protest te leveren, de prijsuitreiking hoorde daarvan gevrijwaard te blijven.

Wat een onzin. Als het een feestje moet zijn waar de politiek zich buiten dient te houden, nodig dan geen politicus uit om de prijs uit te reiken, bovendien is een onderwerp als migratierecht simpelweg niet los te koppelen van politiek. Als het feestelijk moet zijn, nodig dan geen staatssecretaris uit die voortdurend op de vingers getikt wordt vanwege schendingen van de mensenrechten en daar volkomen schijt aan heeft. Medeverantwoordelijk zijn voor duizenden doden per jaar – om maar niet te spreken van de onbeschrijflijke ellende waar de overlevenden eenmaal in Europa doorheen gaan – is NIET feestelijk. Op geen enkele manier.

Dus, dame van de stichting, als er dan kritiek komt op die keuze, beticht dan niet de criticus van ‘schandalig gedrag’, maar vraag je eens af hoe schandelijk die keuze wel niet is.

Gelukkig was er nog een slotwoord van meneer Steenbergen, de vader van de Hanneke Steenbergen naar wie de prijs vernoemd is. Hij bedankte alle aanwezigen (behalve de staatssecretaris 🙂 ) en sprak over de tijd waarin de Vietnamese bootvluchtelingen in Nederland werden ontvangen: met vanuit de publieke opinie volop aandacht, acceptatie en zorgzaamheid. Zo moeilijk was dat niet, zei hij. En om dat weer terug te brengen, is het simpelweg een kwestie van mentaliteitsverandering. Waar de politiek ook nog wel een poging toe zou kunnen doen, zo langzamerhand. Het lukt me helaas niet om in dit verslag de juiste intonatie van zijn woorden te treffen, maar het was een fijnbesnaarde, welgemikte en doeltreffende steek onder water naar Teeven toe.

 

Exit Spijkerboer

Een paar dingen moeten me nog van het hart. Allemaal gerelateerd aan de behoorlijk dubieuze rol die Spijkerboer zelf speelde tijdens dit symposium en die bij mij een uiterst vieze nasmaak hebben achtergelaten. Spijkerboer doet er al jaren zijn best voor om zichzelf te presenteren als bijzonder kritisch naar de overheid toe. Maar hoe kritisch is hij als puntje bij paaltje komt?

  • Kort nadat de kritiek op gang kwam over het feit dat Teeven spreekruimte zou krijgen én de prijs zou uitreiken, ontstond er een gerucht dat Teeven zou hebben afgezegd. Het blijkt dat Spijkerboer zelf dat gerucht de wereld in heeft geholpen, maar dat daar helemaal van sprake van is geweest. Natuurlijk was Teeven er. Wat ging er in Spijkerboer’s hoofd om op het moment dat hij ons wilde laten geloven dat Teeven er niet zou zijn? Bang dat zijn zoveelste moment of fame een smet zou krijgen door overkritische activisten? Bah.
  • Vlak voordat Teeven binnenkwam, werd ik als enigste door de vijf persoonsbeveiligers van Teeven de zaal uitgeplukt – ze wilden me ‘even een minuutje spreken’. Omdat ik niet zeker wist of ze me daarna nog de zaal in zouden laten gaan en ik het niet onopgemerkt voorbij wilde laten gaan, trok ik Spijkerboer’s aandacht. Hij zag de situatie, begreep die ook, schudde ‘nee’ en keerde me de rug toe. En bedankt, Thomas. Laat ik nooit dingen als ‘solidariteit’ of ‘gezamenlijke strijd’ uit jouw mond horen, want je bent de begrippen onwaardig.

En terwijl ik achtergrondresearch deed voor dit verslag, kwam ik iets tegen waardoor ik bijna echt van mijn stoel viel. <a href=”http://vorige.nrc.nl/opinie/article2410072.ece/Kijk_niet_weg_als_er_lijken_aanspoelen”>In 2009 hield Spijkerboer exact hetzelfde verhaal</a> als nu tijdens dit ‘symposium’. Exáct hetzelfde – zelfs de gekozen voorbeelden zijn letterlijk herhaald. In vijf jaar tijd is hij geen stap vooruit gekomen en is iedere indruk van vooruitgang in onderzoek of stellingname klaarblijkelijk volkomen fictief. Kan iemand mij uitleggen wat dan in vredesnaam het INHOUDELIJKE NUT van dit symposium was?