Razzia, Kamp Zeist, deportatie: M. (15 jr) vertelt
In december 2014 werd de nu 15-jarige M. samen met haar ouders en zusje ‘s ochtends vroeg door de vreemdelingenpolitie van haar bed gelicht in gezinslocatie Katwijk. Het hele gezin werd overgebracht naar Kamp Zeist, om van daaruit vijf dagen later te worden gedeporteerd naar Armenië. M. heeft af en toe via facebook contact met haar vriendinnen die nog in Nederland zijn en vertelt hoe dat destijds is gegaan.
“We werden heel erg vroeg opgehaald van het opvangcentrum in Katwijk. Het was zeven uur in de ochtend. Toen ze [de politie] binnen kwamen zeiden ze dat ze toesteming hadden om ons mee te nemen, toen schrokken we heel erg.
Ze zeiden ook nog dat we maar tien minuten hadden om nodige spullen te pakken, toen viel mijn moeder in de stress. Opeens hoorde ik dat mijn vader in de wc zijn hand had gesneden. Ik begon te schreeuwen, mijn moeder ging heel erg hard huilen en mijn zusje begon heel erg hard te schreeuwen. Na een tijdje kwam de ambulance, toen gingen ze zijn hand in verband doen. Daarna werden we meegenomen door de politie naar het politiebureau.
Toen we uit het gebouw werden gebracht, stonden al mijn vriendinnen voor het gebouw. Ik zag ze allemaal huilen en zo en ik mocht niet eens normaal afscheid nemen van ze.
In het politiebureau zijn we van half acht tot drie uur gebleven. Daarna zijn we naar Zeist gebracht. Daar werden we naar een kamer gebracht en werden al onze spullen gecontroleerd. Daarna werden we naar een andere kamer gebracht, daar hebben ze al onze spullen afgepakt en toen zijn we naar een huisje gebracht waar we vijf dagen zijn gebleven. Maar mijn vader was niet bij ons, hij was op een andere plek bij de politie, daar hadden ze hem de hele tijd in de controle.
Na vijf dagen zeiden ze dat we die nacht om drie uur zouden worden opgehaald om naar het vliegveld te gaan. Om half vier kwamen ze en we moesten mee. We werden met een auto ergens heen gebracht en van daar zijn we met een andere auto naar het vliegveld gebracht. Op het vliegveld werden we naar een kamer gebracht, daar gingen ze ons controleren en we moesten daarna wachten. Na een tijdje kwamen twaalf politieagenten, twee mensen van de DT&V [Dienst Terugkeer en Vertrek] en een dokter, die gingen allemaal met ons mee. Toen ze er allemaal er waren, werden we met een auto allemaal naar het vliegtuig gebracht.
We gingen naar Frankrijk, daar hebben we vier uur gewacht totdat het vliegtuig naar Armenië kwam. Daarna hebben we negen uur gevlogen naar Armenië. Op het vliegveld in Armenië waren er mensen van het gekkenhuis*, ze wilden mijn vader meenemen. Hij wilde niet, maar hij ging mee.
Na een tijdje is hij daar [het gekkenhuis] uit gegaan, daarna zaten ze weer achter hem aan. Nu weten we niet waar hij is. Mijn moeder, mijn kleine zusje en ik wonen in een appartement in Armenië. Dat was mijn verhaal.”
Binnenkort start de campagne ‘Geen kind aan de kant!’. Om meer te lezen over gezinslocaties, razzia’s, Kamp Zeist en deportaties kan je alvast een kijkje nemen op geenkindaandekant.wordpress.com.
*) In Armenië wordt gedwongen opname in gesloten psychiatrische instellingen regelmatig gebruikt om politieke tegenstanders monddood te maken.