Over langskomen en bezoek
Aan alle mensen die me nog zo graag willen spreken en die nog zo graag willen langskomen,
Ik zie de bron van waaruit dit ontspringt: juist als ik het zichtbaar moeilijk heb, ontstaat des te sterker de behoefte om dichtbij naast me te komen staan, te dragen, te omarmen.
De intensiteit, de gave van de liefde, de sterke wil om te zorgen, dit bruisend, krachtig leven: hoe kan ik anders dan daar de schoonheid van zien? Hoe kan ik anders dan daar diep geraakt door zijn en dankbaar voor te zijn?
Maar de intensiteit en kracht blaast me ook omver.
Als je er nu voor me wil zijn, als je me nu wil dragen, geef me dan ruimte. Geef me de ruimte om mezelf te vinden, de ruimte om naar die bron van rust in mezelf te keren. Geef me de stilte om te kunnen horen, ‘t niets om te kunnen voelen.
En in die ruimte voel ik dat je er voor me bent.