Uitzetten naar Afghanistan: de achtergrond
MIsschien wat onverwacht om naar te verwijzen, maar op mariabode.nl is een uitstekend artikel verschenen waarin helder uit de doeken wordt gedaan hoe de Dienst Terugkeer en Vertrek sjoemelt om vluchtelingen naar Afghanistan te kunnen deporteren en daarbij alle internationale wetten omzeilt die bescherming van mensenrechten zouden moeten bieden.
Hoe de Dienst Terugkeer en Vertrek via sluipweggetjes, niet-transparante deals, een ondermandaat en zelfgefabriceerde ‘mickey-mouse’-papieren Afghaanse vluchtelingen weet te deporteren.
Op 18 maart 2003 ondertekende Nederland als één van de eerste EU-lidstaten een Memorandum of Understanding (MoU) met Afghanistan en de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties. Deze tripartite overeenkomst vergemakkelijkte het gedwongen uitzetten van Afghanen.
Het accent van de MoU lag in eerste instantie op zogenaamde ‘vrijwillige’ terugkeer, zo suggereren de eerste alinea’s. Daarin staat dat rekening wordt gehouden met een “veilige, waardige terugkeer en duurzame repatriatieprogramma’s voor Afghanen”.
Even verderop komt echter de aap uit de MoUw: Afghaanse vluchtelingen “kunnen ook op alternatieve wijze worden verwijderd binnen de redelijke termijn van een maand, indien geen medewerking wordt verleend aan vrijwillige terugkeer”.