Zoha en Sajat
Zoha, een meisje van drie jaar oud. En Sajat, haar broer van negen. Nog geen vier jaar geleden zijn hun ouders uit Afghanistan gevlucht en kwamen ze hier in Nederland aan.
Voor Zoha en Sajat zijn de doelen van de demonstratie van 23 maart gehaald; ze zitten niet in de cel, ze leven niet op straat.
Dat komt omdat Zoha, Sajat en hun ouders afgelopen dinsdag naar Afghanistan zijn gedeporteerd.
– Gedeporteerd, deportatie, nou nou… dat heet tegenwoordig repatriëring. Uitzetting. Het liefst noemen we dat gedwongen terugkeer, waarbij we het woord ‘gedwongen’ zo vaak mogelijk achterwege laten.
Ik noem dat: deportatie.
– Nou, nou, deportatie, dat is een groot woord, we moeten voorzichtig zijn met zulke woorden, dat was tóen, in een hele andere context. Deportatie, dat is een woord uit de geschiedenisboekjes en dat willen we graag daar laten.
Best, laten we dan met een geschiedenisboekje erbij kijken wat er ‘toen’ onder deportatie werd verstaan. Deportatie, dat was als je tegen je vrije wil in een goederentrein werd geflikkerd, naar een land ver weg werd gebracht om daar de dood in te worden gejaagd.
Wat gebeurt er nu? Mensen worden tegen hun vrije wil in een vliegtuig geflikkerd, naar een land ver weg gebracht om daar de dood in te worden gejaagd.
Ik noem dat: deportatie.
Zijn ze dood, Zoha van drie en Sajat van negen? Nee. Nog niet. Ik sprak hun papa vanochtend over de telefoon. Ze leven nog. Maar ze zitten ondergedoken in een huis in Kandahar en kunnen geen stap naar buiten doen omdat ze dan onmiddellijk worden afgemaakt. Het eten is op. Zoha en Sajat beginnen honger te krijgen.
De vader van het gezin vertelde ons hoe de deportatie is gegaan: woensdag 13 maart, nu elf dagen geleden, had hij in Ter Apel een nieuw asielverzoek ingediend. Bij terugkomst op de gezinslocatie in Burgum werden hij, zijn vrouw en zijn kinderen onmiddellijk gearresteerd en overgebracht naar detentiecentrum Rotterdam.
Binnen een tijdsbestek van 24 uur werd hun nieuwe aanvraag afgewezen en werden de papieren voor de deportatie geregeld. Hun eigen advocaat werd dusdanig laat op de hoogte gebracht dat er geen redden meer aan was.
Dinsdag werden ze overgebracht naar Schiphol. Vader en moeder werden geboeid, de vader kreeg tape op zijn mond. Terwijl ze naar het vliegtuig werden gebracht, moesten Zoha en Sajat verschrikkelijk huilen. De passagiers van de toeristenvlucht stonden erbij en keken er naar.
Eenmaal in het vliegtuig, onder escorte van negen bewakers, werden de ouders achterin het vliegtuig geplaatst. Achter een gordijn. Heeft u weleens gevlogen en opgemerkt dat de achterste plaatsen met een gordijn waren afgeschermd? Nee, daar zitten dan meestal geen mensen die het graag rustig willen hebben, maar vluchtelingen die gedeporteerd worden. KLM doet het bijna dagelijks.
De kinderen werden bij de ouders weggehaald. De moeder van Zoha en Sajat raakte in paniek en begon te schreeuwen “Waar zijn mijn kinderen? Ik wil mijn kinderen terug!”. Toen kwam er zo’n klantvriendelijke en gastvrije KLM stewardess en zei: “Als u ophoudt met schreeuwen en kalm meewerkt, dan brengen we straks de kinderen weer bij u terug.”
Zeg me dat het niet waar is. Zeg me in godsnaam dat het niet waar is. Dat dit niet gebeurt, dat het alleen maar een verhaal is, een gerucht, maar niet de werkelijkheid.
Maar we spraken de vader van Zoha en Sajat zelf.
Zeg me dan dat het een incident is, een uitzondering, alleen maar één kleine misstap.
Maar in de afgelopen maand zijn minstens 47 mensen naar Afghanistan gedeporteerd. De meeste daarvan zijn kinderen.
Deportatie: dat is dat je tegen je vrije wil in een vliegtuig wordt geflikkerd, naar een land ver weg wordt gebracht om daar de dood in te worden gejaagd.
De schuldige aan deportatie is dit keer niet een buitenlandse dictator die ons land bezet en ons in een nazi-korset dwingt.
Anno 2013 zijn de schuldigen aan deportatie gewoon ‘van hier’.
Voor schending van de mensenrechten, misdaden tegen de mensheid en schuld aan deportatie klaag ik aan:
de Dienst Terugkeer en Vertrek en de IND, voor hun gruwelijke beleid;
het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Afghaanse Ministerie van Vreemdelingenzaken, voor hun deportatie-deal (de zogenaamde ‘Kabul-check’ in werking vanaf 2003);
de ambassade van Afghanistan, voor nalatigheid in deze;
G4S, voor het leveren van bewaking in detentiecentra waar dus ook kleine kinderen zitten;
Frontex, voor onder andere het faciliteren van deportaties en het leveren van bewakers tijdens de vlucht;
KLM, voor het op vrijwel dagelijkse basis meewerken aan deportaties. Ze proberen nog steeds hun handen in onschuld te wassen door te zeggen dat ze ‘slechts voldoen aan een vervoersplicht’, terwijl het vluchtpersoneel op het daadwerkelijke moment van deportatie de macht heeft om dit tegen te houden;
de oppositiepartijen D’66, GroenLinks, ChristenUnie en de SP, voor het weigeren om stelling in te nemen tégen deportatie en het niet eens willen beantwoorden van kritische vragen hierover;
staatssecretaris Fred Teeven, minister Ivo Opstelten en minister-president Mark Rutte, onder wiens ‘strenge maar rechtvaardige’ verantwoordelijkheid dit valt.
Dit beleid is gebaat bij onzichtbaarheid. Onopvallende ID-checks op straat, waar je als voorbijganger niets van mag zeggen. Onzichtbare razzia’s in VBL’s in de uithoeken van Nederland. Onzichtbare deportaties, achter een gordijntje.
Maar die muur van onzichtbaarheid zullen we steen voor steen afbreken. Steen voor steen, keer op keer, zullen we demonstreren, actie voeren, de namen van de schuldigen naar buiten brengen en het verhaal vertellen van diegenen die het zwijgen wordt opgelegd.
Voor Zoha, voor Sajat, hongerend, ergens verstopt in Kabul.
STOP DEPORTATIES