AFGHANISTAN: ONDANKS VERSLECHTERDE SITUATIE GAAN DEPORTATIES VANUIT NEDERLAND DOOR
Uit het recentelijk verschenen rapport van de UNAMA blijkt dat er een schrikbarende toename is van het aantal slachtoffers onder vrouwen en kinderen door het geweld in Afghanistan. Begin dit jaar deed het Afghaanse ministerie van Migratie en Repatriëring een oproep aan verschillende Europese landen om gedwongen uitzettingen van kwetsbare Afghaanse vluchtelingen, zoals gezinnen of alleenstaande minderjarigen, stop te zetten. Staatssecretaris Dijkhoff legt dat, net als zijn voorganger Teeven, naast zich neer en laat de gedwongen uitzettingen gewoon doorgaan.
Begin augustus publiceerde de UNAMA (United Nations Assistance Mission in Afghanistan) het halfjaarlijkse rapport over de situatie in Afghanistan. Vielen er in 2014 alleen al 1.686 doden en 3.208 gewonden onder de Afghaanse burgers door het voortdurende geweld, de cijfers over de eerste zes maanden van 2015 laten zien dat er met name een verontrustende stijging is van het aantal doden en gewonden onder vrouwen en kinderen.
Dat meer en meer burgers gedood worden of gewond raken in dit conflict, waarin het Afghaanse leger, anti-overheidstroepen zoals de Taliban en ongecontroleerde pro-overheids gewapende militia elkaar bevechten, ligt aan het feit dat het aantal grondgevechten waarbij gebruik wordt gemaakt van mortieren is toegenomen. Daarnaast is er een verschuiving merkbaar: alle partijen die betrokken zijn in het conflict richten hun aanvallen steeds vaker op de burgers zelf.
Met name vrouwen en kinderen vinden hierbij de dood. Dat komt omdat de aanvallen plaatsvinden op de locaties waar veel vrouwen en kinderen zich bevinden: woonwijken, openbaar vervoer en scholen. UNAMA signaleert een toename van 23% onder vrouwelijke slachtoffers in vergelijking met de eerste zes maanden van 2014 en een toename van 13% van het aantal slachtoffers onder kinderen.
Dat betekent 12 kinderen die dood gaan en 26 kinderen die gewond raken per week.
De UNAMA monitort het conflict sinds 2009. En vanaf het begin af aan laat de stijgende lijn van het aantal doden en gewonden zien dat het geweld in Afghanistan alleen maar toeneemt. Het zijn met name de meest kwetsbaren die door dit geweld getroffen worden: de vrouwen – wiens positie in Afghanistan toch al bijzonder precair is -, de kinderen en de ontheemden.
Het is dan ook niet verbazingwekkend dat veel Afghanen op de vlucht slaan. Meer dan dertig jaar lang was Afghanistan het land waar wereldwijd de meeste vluchtelingen vandaan kwamen. In totaal zijn er ongeveer 2,6 miljoen Afghaanse vluchtelingen, waarvan 85% door buurlanden Pakistan en Iran wordt opgevangen (cijfers UNHCR).
Afghaanse vluchtelingen in Europa
Een klein gedeelte vlucht naar Europa en slechts een fractie daarvan doet een asielverzoek in Nederland. In 2013 werd aan 705 Afghaanse vluchtelingen een tijdelijke verblijfsvergunning toegekend en dat aantal zal dalend zijn: in 2014 waren er niet meer 450 eerste asielverzoeken van vluchtelingen met een Afghaanse afkomst (cijfers CBS). Ondanks de voortdurende crisis in Afghanistan en het relatief beperkt aantal Afghaanse vluchtelingen dat naar Nederland vlucht, ziet ongeveer één derde van de Afghaanse vluchtelingen het asielverzoek geweigerd. Nederland deporteert – net als de UK, Noorwegen en Zweden – met grote regelmaat vluchtelingen naar Afghanistan.
Opschorting deportaties naar Afghanistan
In februari 2015 riep de Afghaanse minister van Migratie en Repatriëring Balkhi middels een brief verschillende landen van de EU op om deze deportaties stop te zetten.
Alle gedeporteerde vluchtelingen komen in de hoofdstad Kabul terecht, waar de situatie explosief is. Vanwege de hoogst onveilige situaties op de doorgaanswegen in Afghanistan, kunnen uitgezette vluchtelingen ook niet doorreizen naar de verschillende provincies waar ze vandaan komen. Daar komt bij dat een aantal provincies de facto onder controle van de Taliban of andere anti-overheidstroepen staan.
In april dit jaar oordeelde een Britse rechter in een proces, aangespannen door advocatenkantoor Duncan Lewis namens 19 Afghaanse vluchtelingen die op het punt stonden gedeporteerd te worden, dat deze deportaties afgeblazen dienden te worden.
Nederlands beleid
Ook het Nederlandse ministerie van Veiligheid en Justitie ontving de betreffende brief van minister Balkhi waarin deze aangeeft het verouderde verdrag uit 2003 te willen herzien en de Nederlandse overheid in de tussentijd verzoekt om uitzettingen naar Afghanistan op te schorten.
In eerste instantie probeert het ministerie nog te doen alsof er helemaal geen brief is ontvangen, maar dat deze ‘alleen op internet circuleert’ en dat men niet aan dit verzoek hoeft te voldoen, omdat dit ‘niet gericht is aan de Nederlandse autoriteiten’ en ook nog eens niet afkomstig zou zijn van de Afghaanse minister zelf. (verweer in de zaak aan de rechtbank Den Haag, 24 maart 2015).
Maar in een latere rechtszaak (Raad van State, 6 mei 2015) blijkt dat het ministerie wel degelijk via de Afghaanse ambassade een schrijven heeft ontvangen van de Afghaanse minister, op 27 februari, twee dagen na een gesprek tussen de Afghaanse ambassadeur en de Dienst Terugkeer en Vertrek. Ook tijdens dat gesprek dringt de ambassadeur al aan op stopzetting van de deportaties, gezien de situatie in Afghanistan.
In beide rechtszaken voert het ministerie aan dat er na deze brief alsnog gedeporteerde vluchtelingen zijn geaccepteerd door de Afghaanse autoriteiten en dat er dus kennelijk geen reden is om deportaties op te schorten. Tot twee keer toe werden gedeporteerden uit Nederland aan de Afghaanse grens geweigerd, maar daarvan stelt het ministerie dat het onduidelijk is of dit in verband staat met het verzoek tot opschorting, afkomstig van de Afghaanse minister.
Maar uit een interview met het hoofd van de afdeling Terugkeer van het ministerie van Migratie en Repatriëring, Ghulam Mortaza Rassouli, blijkt dat dit wel degelijk de reden voor de weigering was.
Misbruik regeling
Bij gedwongen uitzettingen naar Afghanistan vanuit Nederland wordt sowieso door de Dienst Terugkeer en Vertrek gebruik gemaakt van onwettige reispapieren voor de vluchtelingen.
Afghanistan is één van de landen die geen reispapieren verstrekt aan vluchtelingen die gedwongen worden uitgezet. In een Memorandum of Understanding in 2003 zijn er tussen de Nederlandse en de Afghaanse autoriteiten afspraken gemaakt over tijdelijke reispapieren, maar dit betrof alleen Afghaanse vluchtelingen die vrijwillig terug wilden keren en zou onder geen enkele voorwaarde gelden voor alleenstaande vrouwen, kinderen of AMV’s (‘alleenstaande minderjarige vreemdelingen). Desondanks gebruikt de Dienst Terugkeer en Vertrek deze regeling al jaren om alsnog te kunnen deporteren, waarbij het ‘terugkeerprogramma’ zelfs specifiek gericht is op gezinnen en alleenstaande minderjarigen. De uitzetting gebeurt dan met een zogenaamde ‘EU-staat’, een reisdocument dat eigenlijk alleen voor gebruik binnen de EU bedoeld is.
Economische belangen
In plaats van de deportaties op te schorten, zou het ministerie van Veiligheid en Justitie de deportaties naar Afghanistan het liefste op willen schroeven. Toen de Afghaanse overheid in 2010 het initiatief nam voor onderhandelingen over een bilateraal luchtvaartverdrag, probeerde Nederland om daar een zogenaamde ‘terugkeerclausule’ in op te laten nemen, waardoor deportaties nog makkelijker zouden worden. Afghanistan weigerde de clausule op te nemen, de onderhandelingen daarover liggen nu stil.
De partij die de grootste belangen heeft bij een dergelijk bilateraal luchtvaartverdrag is de KLM; de luchtvaartmaatschappij die nu al verantwoordelijk is voor het grootste gedeelte van de deportaties vanuit Nederland.
Onduidelijke cijfers
Om hoeveel deportaties naar Afghanistan gaat, blijft onduidelijk. De cijfers die de Nederlandse overheid naar buiten brengt zijn beduidend lager dan de cijfers die door het Centraal Bureau voor Statistieken worden genoemd. Afgaande op het CBS, worden er gemiddeld twee Afghaanse vluchtelingen per week vanuit Nederland gedeporteerd. En zo te zien is staatssecretaris Dijkhoff niet van plan om daar verandering in aan te brengen, ondanks het feit dat de deportaties een schending zijn van het Memorandum of Understanding, ondanks het duidelijke verzoek van minister Balkhi, ondanks het toenemende geweld in Afghanistan.
Westerse arrogantie
Het feit dat Dijkhoff het verzoek van de Afghaanse minister en de ambassadeur totaal negeert, is een duidelijke schoffering naar de Afghaanse autoriteiten toe. Het is het summum van Westerse arrogantie: niet alleen worden onderhandelingspartners kennelijk niet als volwaardig beschouwd, maar het geeft ook de minachting weer van de Nederlandse overheid voor het Vluchtelingenverdrag van Genève en de Verklaring van de Rechten van de Mens – beiden verdragen waarin het recht op bescherming tegen oorlogsgeweld vastgelegd ligt.
Ik hoop dan ook dat vanuit verschillende kanten de druk op Dijkhoff om de deportaties naar Afghanistan stop te zetten, zal worden opgevoerd.
Het is zaak dat de Afghaanse ambassadeur in Den Haag, de heer Obaid, bij zowel het Ministerie van Veiligheid en Justitie als bij de Dienst Terugkeer en Vertrek blijft aandringen op het respecteren van het standpunt van de Afghaanse overheid.
Het is van imminent belang dat het Afghaanse ministerie van Migratie en Repatriëring er zorg voor draagt dat gedeporteerde vluchtelingen bij aankomst geweigerd worden en voet bij stuk houdt.
Verder roep ik Afghaanse vluchtelingen in Nederland en hun advocaten op om, ondersteund door bovenstaande feiten, uitzettingen bij de rechter aan te vechten.
Tijdens deze rechtszaken zou het goed zijn als de rechters de vertegenwoordigers van de staatssecretaris niet op hun blauwe ogen zouden geloven, maar aangedragen stellingen grondig zouden onderzoeken, in de hoop dat zij uiteindelijk, in navolging van hun Britse collegae, voorgenomen uitzettingen ongeldig verklaren en Afghaanse vluchtelingen hier de veiligheid en zekerheid kunnen vinden die ze nodig hebben.