poetry
A brown girl’s guide to gender
Het boeit me niet dat het al twee jaar oud is. Hulde aan Aranya Johar, voor onderstaande spoken word performance. En gelijk maar een beetje promotie voor UnErase Poetry.
Vreemde wereld
Voor Joke
Wereld
Vreemde wereld
Wereldvreemde wereld
Waarin men uitsluit en veracht
waarin men opsluit en verkracht
waarin men uitbuit en dan slacht
en dat alles naar elkaar
‘t Is toch niet waar?
Ja, het is wel waar.
Wereld
Vreemde wereld
Wereldvreemde wereld
waarin men diplomatisch en welbespraakt
van overlevers daders maakt
zij die begrijpen als gekken kraakt
zij die zich verzetten als criminelen wraakt
‘t Is toch niet waar?
Ja, het is wel waar.
Wereld
Vreemde wereld
Wereldvreemde wereld
waarin die heersers en verkrachters
die bezitters en die slachters
de rangen sluiten, op hoge poten,
het oordeel aan grootheidswaan ontsproten
… het betraliede raam…
… de deur gesloten…
Wereld
Vreemde wereld
Wereldvreemde wereld
waarin men aan de bomen
nog immer vreemde vruchten ziet.
Mijn wereld niet.
Of wel?
‘t Is toch niet waar?
Ja, het is wel waar.
De wolf en de hond
Een wolf, enkel vel over been,
zoo waaksch betoonden zich de honden,
ontmoet een dog, doorvoed en krachtig, die, alleen
op pad, den weg naar huis niet goed had weergevonden.
Hem te overmannen met geweld
had sinjeur wolf graag ondernomen,
maar dan moest het tot vechten komen,
en daar was hij niet op gesteld:
dat heerschap zou zich duchtig weren!
Om het dus liever te probeeren
met list, roemt hij zijn welgevuldheid zeer
en zegt, die hooglijk te waardeeren.
“Het is aan u, mijn waarde heer”,
antwoordde de ander, “u zoo’n ronding te verwerven.
Houd op met door het woud te zwerven,
waar ieder uwer schamel leeft
en een bestaan van schooier heeft,
op het punt, van gebrek te sterven.
Altijd onzekerheid, geen bete brood om niet!
Niets meer, dan wat de strijd u liet.
Ga met mij mede, om een veel beter lot te be-erven.”
De wolf hernam: “Wat moet ik daarvoor doen?”
“Haast niets: lieden zonder fatsoen,
zwervers en bedelaars, verjagen,
den baas en zijn gezin door uw gedrag behagen,
waarvoor u ‘t loon wordt aangedragen
in kliekjes bij de vleet: een malsche kippekluif
of beentjes van een jonge duif,
om van ‘t geflikflooi nog te zwijgen.”
De wolf, ontroerd, voelt tranen zich in de oogen stijgen
bij ‘t zalig beeld, hem geopenbaard.
“Maar je hals, zegt hij tot den hond, is wat onthaard,
wat is dat?” “Niets.” “Niets?” “Niets althans, om van te praten.
Mijn halsband heeft, — maar het is niet de moeite waard, —
als ik ben vastgelegd, dat spoor achter gelaten.”
“Een halsband? Vast gelegd? Maar loopt ge dan niet vrij,
zooals ge wilt?” “Niet altijd, maar wat kan dat schelen?”
“Dat scheelt zooveel”, zei meester wolf, “dat ik voor mij
al uw gesmul niet wensch te deelen.
Niet voor den grootsten schat ben ik daartoe bereid.”
Dat zeggend liep hij weg, en hij loopt nog altijd.
(Fabel van La Fontaine, vertaald door Jan Prins)
Ik kan me wel vinden in La Fontaine’s boodschap: je kapitalisme, je ‘welvaart en vooruitgang’, je zogenaamde veiligheid – het is me mijn vrijheid niet waard. Oh, en merk even op dat La Fontaine het principe van verdeel en heers ook haarfijn in de smiezen had.
Geen haiku
–
Zelden gingen
robuustheid en sierlijkheid
zo samen
als in het silhouet
van de kale boom
tegen de grijze winterhemel.
Ik wacht tevergeefs op de eekhoorn.
–
Geen kleur is zwarter dan zwart
Hoe meer je me vervolgt
hoe vrijer ik zal zijn
verlost van je wet
en de angst voor de pijn
Zwijg, dwazen
Zon aan de hemel
Zachtgoud zand
Azuurblauwe zee
De golf kust het strand
vleit haar giften neer
trekt zich bescheiden weer terug
Een mosgroene fles
Een stuk touw
Een schelp
En even verderop
een rottend kinderlijkje
Als deze zee ooit droog zou vallen
zou zij zich weer vullen
met de tranen van de moeders
van allen die hier verdronken zijn.
Mijlen verder weg
waar het geschrei niet te horen is
waar de stank van ontbinding niet te ruiken is
waar de dood noch gevreesd noch verlangd wordt
klinkt het krijsend gelach der krankzinnigen
die met volgevreten pens
en een lege, lege ziel
de naam van hun vaderland schrijven
in het nog warme bloed van anderen
Zwijg, dwazen
Slechts in de stilte kan je horen
dat het huilen van moeders daar
een echo vindt
in het huilen van moeders hier
de barensweeën verloochend
je mens-zijn weggegooid
opgedragen aan Maarten Cornelissen en al die anderen die ik een lang en eenzaam kutleven toewens
Welterusten, College van Bestuur
Applaus, applaus.
Protestgedichten van groep 7 en 8
Vandaag zijn de leerlingen van groep 7 en 8 van de Franciscusschool in Ede in het kader van de kunstprojectweek met een best ongebruikelijke vorm van kunst bezig geweest: critical poetry, ofwel protestgedichten over problemen in de wereld waar je boos of verdrietig van wordt. Ik ben er trots op dat ik de gedichten op m’n website mag verwelkomen…
Aan mijn kleinzoon
(de zachtmoedige versie)
Dit kind van mijn kind
wonderlijk en kostbaar, zo
verbonden te zijn.
Zijn zachte adem
als een vlinder op een bloem
teder, springlevend.
De tijdsspanne die
wij samen overbruggen
meer dan twee levens.
Het schemert en ik
luister naar de adem van
dit kind van mijn kind.