IND wil 20-jarig slachtoffer van mishandeling en verkrachting uitzetten naar Guinee
Nederland staat op het punt om Aysha, een vluchtelinge van twintig uit Guinee – volledig geïntegreerd en vergevorderd met een mbo-opleiding in de zorg – na zes jaar uit te zetten. Ze mocht dan wel angstig, depressief en zelfs suïcidaal zijn: een directe zelfmoordpoging had ze nog niet ondernomen, en daarom zou het allemaal wel meevallen.
(tekst van Niña Weijers, hiervandaan)
Mijn moedige stiefoma Hanny, bijna 78, is sinds een paar jaar vrijwilliger bij het maatjesproject van een vluchtelingenorganisatie in Hilversum. Ze is maatje van Aysha, een vluchtelinge van twintig uit Guinee, die op haar veertiende door een mensenhandelaar naar Nederland werd gebracht. Hanny helpt haar met allerhande praktische aangelegenheden, maar veel belangrijker: ze is een onvermoeibare steun en toeverlaat voor dit meisje, dat geen enkele reden heeft om zich veilig te voelen in dit land, dat op het punt staat haar – volledig geïntegreerd en vergevorderd met een mbo-opleiding in de zorg – na zes jaar uit te zetten.
Op 17 februari kreeg Aysha van de IND te horen dat haar aanvraag van een verblijfsvergunning werd afgewezen. In de beschikking, die ik gedoseerd heb gelezen omdat de steen in mijn maag te groot werd om nog behoorlijk te kunnen doorademen, staat dat de ‘vreemdeling’ asiel wordt geweigerd omdat haar relaas te vaag zou zijn en de medische gronden, de posttraumatische stress-stoornis waarvoor ze al sinds 2011 bij de GGZ in behandeling is, niet acuut genoeg. Ze mocht dan wel angstig, depressief en zelfs suïcidaal zijn: een directe zelfmoordpoging had ze nog niet ondernomen, en daarom zou het allemaal wel meevallen. Ze moest maar een schriftelijke overdracht regelen van haar medische gegevens en, zo werd haar geadviseerd, ‘voldoende medicatie meenemen om de periode van de reis te overbruggen’. Ik verzin dit niet, het staat er echt.
Haar ‘vage’ relaas, dan nu, luidt als volgt (nee, dit is niet zo’n leuke column): nadat haar moeder was gestorven, Aysha was twaalf, werd ze door haar vader uitgehuwelijkt aan een oudere militair die haar mishandelde en verkrachtte. Het maakte haar tot een makkelijke prooi voor de (waarschijnlijk Nederlandse) mensenhandelaar die haar het jaar erop naar Amsterdam bracht en haar, wat een verrassing, terecht deed komen in het circuit van gedwongen prostitutie. Ze ontsnapte en kwam onder de hoede van het Nidos, een instelling voor alleenstaande, minderjarige vluchtelingen. Uiteindelijk werd ze in Hilversum geplaatst, waar ze al jaren een piepkleine zolderkamer bewoont, rondkomend als schoonmaakster, keihard werkend voor haar diploma in de zorg.
Op het kinderpardon maakte ze geen aanspraak: ze was nog net geen vijf jaar in Nederland op het moment van de deadline op 1 mei 2013.
Wat er gebeurt als ze wordt teruggestuurd naar Guinee? Dan wordt ze zonder twijfel vermoord, ofwel door haar echtgenoot, ofwel door haar eigen vader. So it goes: uitgehuwelijkte meisjes vluchten niet.
In afwachting van het hoger beroep is haar studiefinanciering stopgezet, en gaat ze niet meer naar school. Om haar huur te kunnen blijven betalen heeft Aysha haar zorgverzekering opgezegd, met het gevolg dat ze niet meer geholpen wordt door haar huisarts, en een paar weken geleden – toen Hanny haar wilde laten opnemen omdat het niet meer ging – werd geweigerd bij de crisisdienst.
Toen Aysha vorige week niet kwam opdagen bij een intakegesprek voor een dagopvang belde Hanny de crisisopvang. Met twee psychologen ging ze naar haar huis, ze bonkten op de deur, kregen geen gehoor. De politie kwam erbij, trapte de deur in, en in haar kamertje troffen ze Aysha aan, hangend aan een balk.
Ze waren op het nippertje.
Ik moet deze dagen vaak denken aan wat de Roemeense schrijver György Dragomán, opgegroeid tijdens het bewind van Ceausescu, zei over het verschil tussen angst en doodsangst: wanneer je bang bent, ben je nog in staat na te denken, maar doodsangst verlamt.
Ik heb het over Aysha, die niet weet of ze banger is voor wat ze al heeft meegemaakt, of voor wat haar nog te wachten staat. Aysha die zichzelf probeerde te verhangen om in een land te kunnen blijven dat volledig onverschillig is ten overstaan van haar lot. Aysha, die niet wil dat ik haar echte naam gebruik in deze column omdat ze bang is – tja, voor wat nog, eigenlijk?
Maar meer nog heb ik het over Nederland, dat doodsbang is voor mensen die van buiten komen en liever in stilte vanachter een dikke muur toeziet hoe een Europese droom van medemenselijkheid, van ‘eenheid in diversiteit’, in hoog tempo verwordt tot een grap. Alleen: het is niet echt grappig.